Verhuurders proberen huurbeschermingswet te omzeilen
Sinds de invoering van drie nieuwe wetten is de bescherming van huurders in Nederland versterkt. Verhuurders mogen uitsluitend nog vaste huurcontracten aanbieden, een grotere groep woningen valt onder gereguleerde huurprijzen en gemeenten hebben meer bevoegdheden om slecht verhuurderschap aan te pakken. Toch blijkt dat sommige verhuurders proberen de nieuwe regels te omzeilen.
Shortstaycontracten als sluiprouteUit meldingen blijkt dat woningen die onder de nieuwe huurbescherming vallen, alsnog voor te hoge prijzen worden verhuurd. Dit gebeurt onder andere via zogeheten shortstaycontracten. Door de clausule ‘op aard van korte duur’ toe te voegen, proberen verhuurders huurders buiten de huurregels te plaatsen, een methode die normaal gesproken door hotels wordt gebruikt.
In februari oordeelde de Huurcommissie over een verhuurder die een appartement via zo’n contract verhuurde. De huurbescherming werd hersteld, waardoor de huurprijs van 1.850 euro per maand werd teruggebracht naar 644,58 euro per maand.
Controle op huurprijsbeschermingSociale huurwoningen vallen altijd onder huurprijsbescherming. Voor huurders buiten het sociale segment is de ingangsdatum van het contract bepalend. Contracten die vóór juli 2024 zijn afgesloten, hebben geen huurprijsbescherming boven de sociale huurgrens van 900,07 euro. Contracten vanaf juli 2024 vallen wél onder een gereguleerde huurgrens, mits ze binnen bepaalde voorwaarden blijven.
Om te bepalen of een woning onder de prijsbescherming valt, wordt het huurpuntensysteem gebruikt. Dit systeem beoordeelt de woning op basis van kenmerken zoals een balkon of een oven in de keuken. Bij een score onder de 186 punten geldt de liberalisatiegrens en mag de verhuurder een gereguleerde huurprijs hanteren. De huidige grens ligt op 1.184,82 euro per maand. Woningen met meer dan 186 punten vallen buiten de bescherming, waardoor de verhuurder de huurprijs vrij kan bepalen.
Bron: Radar
