Broedseizoen in aantocht: zo maak je je tuin aantrekkelijk voor vogels

01 mrt , 6:00 Nieuws
schermafbeelding 2025 02 28 om 141301

Het broedseizoen staat voor de deur, en dit is hét moment om je tuin vogelvriendelijker te maken. Een nestkast ophangen is een eenvoudige manier om vogels te helpen en hun kans op een succesvol broedsel te vergroten. Boswachter Mathiska van Natuurmonumenten deelt handige tips voor het kiezen en plaatsen van een vogelhuisje.

Waarom een nestkast ophangen?

Voedsel zoals vetbollen en pinda’s trekt vogels aan, maar zonder een geschikte plek om te nestelen blijven ze niet. In de natuur gebruiken vogels vaak boomholtes, maar in veel tuinen ontbreekt deze mogelijkheid. Een nestkast biedt dan uitkomst. Maar liefst 60 vogelsoorten maken gebruik van een nestkast.

Natuurmonumenten biedt een gratis vogelhuispakket aan, inclusief een bouwtekening, recepten voor vogelvoer en tips voor het herkennen van tuinvogels. Het pakket is direct per e-mail beschikbaar.

Kies het juiste vogelhuisje

Nestkasten zijn er in verschillende formaten. Sommige vogels verkiezen een klein invlieggat, terwijl anderen een grotere opening of een halfopen kast nodig hebben. Kijk eerst welke vogels je in je tuin ziet voordat je een kast kiest. Kant-en-klare huisjes zijn vaak van te dun hout, waardoor ze te warm worden in de zomer en te koud in de winter. Zelfbouwkasten kun je het beste maken van onbehandeld hout van minimaal 1,5 cm dik.

Aanbevolen invlieggat-maten per vogelsoort:

  • Pimpelmees: 28 mm
  • Koolmees, boomklever: 32 mm
  • Huismus: 35 mm
  • Ringmus: 40 mm
  • Grote bonte specht: 50 mm

De beste plek voor een nestkast

Vogels houden niet van tocht of direct zonlicht op hun nest. Hang het kastje daarom met de opening naar het noordoosten, zodat de wind geen kans krijgt. Vermijd een plek waar in de middag de zon vol op schijnt, want dan kan het te heet worden voor de jonge vogels.

De meeste nestkasten kun je op ongeveer twee meter hoogte ophangen. Voor zwaluwen en uilen geldt dat ze hoger geplaatst moeten worden. Houd rekening met territoriumgedrag: zorg voor minimaal 15 meter afstand tussen nestkasten van dezelfde soort. Mussen en huiszwaluwen vormen hierop een uitzondering; zij nestelen juist graag dicht bij elkaar.

Voorkom verstoring en roofdieren

Plaats een nestkast niet direct naast een drukke voederplek, want de aanloop van andere vogels kan broedende vogels stress bezorgen. Daarnaast trekken voederplaatsen soms rovers aan. Zorg ervoor dat het kastje stevig hangt en licht schuin, zodat regenwater niet naar binnen sijpelt.

Wil je vogels extra helpen? Bied nestmateriaal aan door bundeltjes draad, stro of mos in je tuin te hangen. Let ook op roofdieren zoals katten, marters en spechten. Enkele tips om jonge vogels te beschermen:

  • Houd katten ’s nachts binnen of geef ze een halsband met belletje.
  • Plaats een dakje dat uitsteekt om katten en marters te weren.
  • Wikkel een glad stuk plastic of gaas om een boomstam om klimmen te bemoeilijken.
  • Gebruik een metalen ring om de invliegopening, zodat spechten het gat niet groter kunnen hakken.
  • Zorg voor een veilige aanvliegroute met beschutte struiken of hagen.

Met deze maatregelen maak je je tuin aantrekkelijk voor vogels en help je ze veilig te broeden. Veel succes en plezier met het observeren van de nieuwe bewoners!