
Automobilisten gaan vanaf 1 januari aanzienlijk meer betalen aan de pomp. De accijns op benzine stijgt begin 2026 met bijna 6 cent per liter. Ook diesel (+3,6 cent) en lpg (+1,3 cent) worden duurder.
De prijsstijging volgt op een beslissing van de Tweede Kamer, die donderdag instemde met een voorstel van de ChristenUnie. Een deel van het budget dat bedoeld was om de tijdelijke accijnskorting in stand te houden, wordt nu ingezet om bezuinigingen in het openbaar vervoer te voorkomen.
Het demissionaire kabinet had ruim 1,7 miljard euro gereserveerd om de accijnzen volgend jaar niet te laten stijgen, waardoor de tijdelijke korting van 17 cent per liter benzine – ingevoerd vanwege de hoge energieprijzen na de oorlog in Oekraïne – nog een jaar zou doorlopen. Een Kamermeerderheid, gesteund door onder meer het CDA, stak daar echter een stokje voor.
Ongeveer een kwart van het gereserveerde bedrag, zo’n 448 miljoen euro, wordt nu gebruikt om provincies en vervoersregio’s te compenseren. Het doel is verdere verschraling van bus- en treinverbindingen te voorkomen. Voor automobilisten betekent dit dat de accijnzen per 1 januari alsnog stijgen en brandstof dus duurder wordt.